Project Myanmar: Genoeg rijst voor iedere dag

Het gesloten Myanmar zet voorzichtige stappen in de richting van meer democratie. Maar al worden er vredesakkoorden gesloten, de mensenrechtensituatie blijft een punt van zorg. Ook voor de vele gezinnen op het platteland, vooral kleine boeren, lijken de verbeteringen ver weg. Met een rijstopbrengst die genoeg is voor slechts een half jaar zijn zij alleen maar bezig met overleven. In de noordoostelijke provincie Shan State werkt World Concern samen met lokale kerken om te zorgen dat gezinnen aan de armoede kunnen ontsnappen en kinderrechten worden gerespecteerd.

Ondanks de veranderingen behoort Myanmar nog steeds tot een van de minst ontwikkelde landen in Azië. Een derde van de bevolking leeft onder de armoedegrens, 10% heeft geen eten voor de volgende dag. 40% van de kinderen lijdt aan chronische ondervoeding. Twee derde van de bevolking woont op het platteland en is afhankelijk van de landbouw. Zij hebben maar zeer beperkt toegang tot water, sanitair, onderwijs en gezondheidszorg. De christelijke partnerorganisatie World Concern Myanmar (WCM) zet zich al sinds 1995 in voor de meest achtergestelde groepen mensen in dit land. Dat doet WCM vooral via kerkelijke en boeddhistische groepen en andere lokale structuren.

 

Dorpsontwikkeling

In 16 dorpen in de gebieden van Hsenwi en Lashio in Noord Shan Provincie werkt WCM samen met de bevolking aan de prioriteiten die door de gemeenschappen zelf gesteld zijn: dit zijn met name verbetering van de landbouwtechnieken, voedselsituatie en de situatie van de kinderen. In het begin van het project hebben de dorpen ook samen met WCM gewerkt aan betere bereikbaarheid door de aanleg van 5 eenvoudige bruggen. Lokale wegen zijn niet of slecht onderhouden en door jaarlijkse regenval treedt er schade op. De 5 eenvoudige bruggen hebben gezorgd voor een betere verbinding tussen de dorpen en naar de hoofdweg. Kinderen kunnen nu weer makkelijker naar school en ook de gezondheidszorg is beter te bereiken door de nieuwe bruggen.

Shan State ligt dicht bij de grens met China. Het is een gebied met veel drugsproblematiek en illegale verbouw van opium. Ook zijn er nog steeds gewapende groepen actief, de arme bevolking moet belasting aan hen afdragen. Veel jongeren trekken weg om te ontkomen aan recruitering door de gewapende groepen of om in China aan inkomen te komen., Alle inspanningen van WCM zijn erop gericht dat gemeenschappen zichzelf verder kunnen helpen in hun ontwikkeling. Dit doen zij samen met lokale kerken en boeddhistische groepen in de dorpen.

 

Verbetering van de landbouwmethode en de voedselsituatie

De laatste jaren zijn veel boeren overgegaan op de verbouw van maïs, in China is de vraag naar maïs hoog. Door de verkoop kunnen de boeren hun inkomen verbeteren. Helaas maken ze bij de verbouw veel gebruik van niet-geregistreerde chemische middelen waardoor de kwaliteit van de grond achteruit gaat. Ook krijgen de boeren niet altijd een goede prijs voor hun maïs, omdat ze geen scholing hebben gehad en worden uitgebuit door tussenpersonen. De combinatie van een slechte oogst en verkoop aan tussenhandelaren leidt als snel tot schulden. Voor eigen gebruik verbouwen de boeren ook nog rijst. Samen met de lokale kerken organiseert WCM training voor de boeren. Onderwerpen die behandeld worden zijn: selectie van goede zaden, bodemonderhoud, patronen om verbouw van maïs af te wisselen met andere gewassen, verstandig gebruik van pesticiden, onkruidbestrijding enz. Ook worden sessies georganiseerd tussen boeren onderling waarin wordt gesproken over de beschikbaarheid van goed zaaigoed en hoe een goede prijs te krijgen voor de verbouwde maïs. Verder zorgt WCM voor basis financiële training, zodat boeren schulden kunnen voorkomen. Als onderdeel hiervan worden ook weegschalen uitgereikt, zodat de boeren zelf hun opbrengst kunnen controleren. Net als in het vorige project maken ook nu nog rijstleenbanken deel uit van het project. Door gezamenlijk rijst in te leggen, hebben de dorpelingen op een gunstige manier toegang tot zaden als het weer tijd is voor de rijstaanplant. Ook dient de rijstleenbank als buffer voor tijden van schaarste.

De boeren worden aangemoedigd om groentetuinen aan te leggen. In plaats van dure kunstmest te kopen hebben de mensen geleerd zelf compost te maken. Dat levert niet alleen een flinke kostenbesparing op, maar ook een hogere opbrengst. Eindelijk is er gezond eten voor het eigen gezin en genoeg om nog te verkopen op de markt. Ook besparen de boeren veel geld door rijstbanken op te zetten in de dorpen. Boeren kunnen daar rijst lenen om te gebruiken als pootgoed. U Zaw Shan, voorzitter van de rijstbank in zijn dorp, vertelt: “Voorheen waren we aangewezen op lokale geldschieters die enorme rentes vroegen. Velen van ons kwamen daardoor steeds dieper in de schulden te zitten. Dat is nu voorbij.” “Duurzaamheid staat voorop”, vertelt een van de boeren. “We hebben geleerd hoe we verschillende gewassen op een helling kunnen verbouwen. Eerder deden we aan zwerflandbouw en moesten we stukje bij beetje het bos omhakken. De nieuwe methode werkt veel beter. De bodemvruchtbaarheid verbetert en de oogst gaat omhoog! Voorheen konden we van één mand zaaizaad dertig manden rijst oogsten, maar nu komen we aan de vijftig.”

 

Kinderbescherming

WCM werkt samen met vertegenwoordigers van de 16 dorpen om vast te stellen wat de prioriteiten zijn voor de dorpsontwikkeling. Een belangrijke prioriteit die hier naar voren kwam, is het gebrek aan bescherming voor de kinderen. Het gebied kenmerkt zich door veel drugsgebruik (opium), er is gebrek aan scholing, werk en geboortes worden niet altijd geregistreerd. Dit laatste leidt ertoe dat een kind later geen recht heeft op onderwijs. Ook komt het voor dat jonge meisjes worden uitgehuwelijkt aan oudere Chinese mannen, de grens met China is dichtbij. WCM organiseert voorlichtingsbijeenkomsten over het belang van de juiste juridische documenten en de procedures hoe deze te verkrijgen. Dit zijn o.a. geboorteregistratie, familieregistratie en ID kaarten. De organisatie geeft praktische hulp aan de leden van het dorpscomité die een verantwoording hebben in het aanvragen van de documenten. Ook worden er bijeenkomsten georganiseerd over rond kinderbescherming en het belang van scholing voor de ontwikkeling van de kinderen. Mensen worden zich bewust van de rechten van kinderen en de risico’s van bijvoorbeeld kinderhandel. In een aantal dorpen zijn lokale initiatieven ontstaan om de kleuterscholen op te knappen en weer open te laten gaan.

De bevolking in Shan State wordt ook geconfronteerd met veel problemen rond landrechten. Boeren riskeren hun land kwijt te raken aan grote investeerders. Dat heeft vanzelfsprekend grote gevolgen voor hun inkomen, hun gezin en hun gezondheid. De veldwerkers van World Concern zetten zich in om boeren opnieuw aan land te helpen. Dat vraagt soms flink wat creativiteit en overredingskracht. Veldwerker Ko Tun wist dat een grote boer een hectare of vijf van zijn land nauwelijks gebruikte. Hij kreeg de man zo ver, dat hij de grond voor een zacht prijsje aan tien landloze families verkocht.

 

Huidige situatie

Met betrekking tot de huidige onrust in Myanmar is het goed om te weten dat de onrusten plaatsvinden in andere gebieden (Rakhine) dan waar de Kerk in Actie projecten worden geïmplementeerd door de lokale partners. Vanuit dat perspectief hebben de onrusten geen invloed op de uitvoering van de projecten.

Sommige gemeenten vragen zich af of ze niet de overheid steunen als ze de wereld diaconale projecten in Myanmar steunen. Daarop is de reactie van Adriana de Fijter, coördinator van o.a. het  project in Myanmar, dat we door het werken via lokale organisaties (faith based) hopen het maatschappelijk middenveld te versterken zodat er meer ruimte komt van binnenuit. Als je daar mee stopt laat je hen in de steek en weet je zeker dat er niks zal veranderen. Hopen en geloven tegen de verdrukking in. Dat is de kern van het werk van Kerk in Actie.